Afwijkende mondgewoonten
Afwijkende mondgewoonten zijn gewoonten die een negatieve invloed hebben op het gebit, het slikken, spreken, gehoor en op de gezondheid. Bij afwijkende mondgewoonten kan gedacht worden aan duim- of vingerzuigen, habitueel mondademen, verkeerd kauwen en/of slikken en nagelbijten.
Door habitueel mondademen worden de spieren in het mondgebied slapper doordat de ademhaling in rust door de mond gaat in plaats van de neus. De mond kan hierdoor uitdrogen waardoor er minder speeksel in de mond aanwezig is en het kind minder frequent speeksel zal wegslikken. Dit heeft tot gevolg dat de buis van Eustachius, minder vaak geopend wordt, waardoor de kans op oorontstekingen toeneemt. Ook is er een grotere kans om ziek te worden, doordat de ingeademde lucht niet door de neus gereinigd kan worden.
Duim- en vingerzuigen zijn ook afwijkende mondgewoonten. Baby’s en peuters hebben een grote zuigbehoefte en gebruiken vaak de duim, vinger of speen. Deze zuiggewoonten moeten op den duur afgeleerd worden omdat anders de kans groot is dat het kind open-mondgedrag, afwijkend slikken, afwijkende kaak- en tandenstand en/of slissen/lispelen ontwikkelt.
Afwijkende mondgewoonten kunnen ook negatieve gevolgen hebben voor de gebitsontwikkeling. Dit betreft vooral afwijkend slikken. Wanneer afwijkend geslikt wordt kan er door een overmatige tongdruk een over- of openbeet ontstaan. Het aanleren van een goed slikpatroon moet dan eerst worden aangepakt voordat een beugeltraject effect heeft. Een tandarts of orthodontist kan dus ook verwijzen naar een logopedist. De logopedist past dan OroMyofunctionele Therapie (OMFT) toe om de afwijkende mondgewoonten af te leren.